01.07.2014

Protocol vergroot bewustzijn constructieve veiligheid galerijen

De galerijflat is een typisch Nederlands verschijnsel. Om de woningnood na de oorlog op te lossen, zijn er zeker in de jaren 60 veel gebouwd. In 2011 bleek echter dat de constructie van de flats met uitkragende galerijvloeren niet altijd even veilig is. In Leeuwarden bezweek een galerijplaat van de in 1965 gebouwde Antillenflat. Het vormde de aanleiding voor de publicatie van de CUR 248-2012, een ‘protocol voor het beoordelen van de constructieve veiligheid van uitkragende betonnen vloeren bij galerijflats, die in de periode 1950 – 1970 zijn gebouwd’. Rayonmanager Bastiaan van Esseveld komt in zijn werk regelmatig dergelijke flats tegen. We stelden hem enkele vragen over het protocol

 

Thumbnail
1/4
Thumbnail
2/4
Thumbnail
3/4
Thumbnail
4/4

Welke problematiek bestaat er bij uitkragende betonnen galerijvloeren? 

‘Er kunnen meerdere problemen zijn die de constructie in gevaar brengen. Bij uitkragende galerijvloeren is er sprake van een doorgestorte vloer die vaak vrijdragend is en uit één deel bestaat (monoliet). De bewapening in het beton maakt de vloer bestand tegen de zwaartekracht. De positie en de dikte van de wapening zijn daarbij erg belangrijk. Wanneer deze bijvoorbeeld onnauwkeurig en te laag is gestort, voldoet de constructie niet meer aan de gestelde eisen. En dat blijkt soms het geval te zijn bij flats uit de periode ’50 tot ‘70’.

Daarnaast is het mogelijk dat de wapening is aangetast door putcorrosie. Wanneer de constructie onvoldoende is afgedicht, kan via scheuren water in het beton dringen. In dat water zitten opgeloste chloriden, afkomstig van onder andere dooizout tegen gladheid op de galerij, die corrosie van het wapeningsstaal als gevolg hebben. 

Heb je zelf wel eens te maken gehad met de problematiek die de CUR beschrijft? 
‘Meerdere keren. Zo vroeg één van onze applicateurs vorig jaar of ik wilde meekijken bij een appartementencomplex in Assen. De Vereniging van Eigenaren wilde een nieuwe afdichting voor de galerij. Het complex was gebouwd in de jaren 60 en er was sprake van een doorgestorte vloer. Na één blik werd al snel duidelijk dat een nieuwe coating een doekje voor het bloeden zou zijn. Hier was veel meer aan de hand.’ 

Wat alarmeerde je?

‘In dit specifieke geval was het overduidelijk. Er was sprake van ernstige scheurvorming en op sommige plekken brokkelde het beton zelfs al af, hoogstwaarschijnlijk door inwatering. Een nieuwe afdichting zou voorkomen dat er opnieuw water en chloriden doordringen, maar verhelpt de bestaande problematiek niet. Daarom heb ik geadviseerd om eerst een partij in te schakelen die de conditie van de constructie onderzoekt om vervolgens maatregelen te nemen. Bijvoorbeeld aan de hand van het protocol dat de CUR beschrijft. Overigens openbaart schade zich lang niet in alle situaties zo duidelijk aan de oppervlakte.’

Heb je een voorbeeld waarbij je ook schade vermoedde, maar deze niet zichtbaar was? 

‘Sinds de publicatie van de CUR ben je extra alert op mogelijke schade bij gebouwen uit de periode ‘50-’70. Zo ook bij een gebouw in Enschede. Daar was enige scheurvorming zichtbaar. Hoogstwaarschijnlijk veroorzaakt door thermische spanning. Bij een doorgestorte vloer ontstaat er namelijk een spanningsveld tussen het deel dat zich in de warme binnenruimte bevindt en het koude deel van de galerij of balkon. Als de wapening in het beton dan bijvoorbeeld lager ligt dan is voorgeschreven en de thermische spanning heeft scheurvorming veroorzaakt in het beton, dan kunnen er gevaarlijke situaties ontstaan.'

Wat heb je deze partij geadviseerd?

‘We hebben een voorlopig advies uitgebracht over het herstel van de scheuren en de aan te brengen afdichtingsystemen, waaronder een gewapend membraan. Bij dat advies heb ik verwezen naar de CUR en hebben we de kanttekening gemaakt dat we ons advies pas definitief kunnen maken als de bestaande coating is verwijderd. Die zou bijvoorbeeld ‘constructieve’ problemen aan het zicht kunnen onttrekken.

Wat is het voordeel van de CUR?

‘Allereerst biedt het protocol een eenduidige werkwijze om de constructie te beoordelen. Maar bovenal merk ik in de praktijk dat vastgoedeigenaren en opdrachtgevers zich bewuster zijn geworden van de problematiek. Dat is een positieve ontwikkeling.’

Informatie

Wilt u meer informatie of heeft u een vraag? Neem dan contact met ons op via +31 38 460 20 50 of mail naar info@triflex.nl. Ook voor vrijblijvend advies kunt u contact met ons opnemen.